Op het wensenlijstje van veel natuurfotografen: een zwemmende ringslang. En dan het liefst een plaat met actie. Roots fotoblogger Chris Ruijter vertelt hoe hij deze schuwe, snelle zwemmer in beeld bracht.
Slangen. Je houdt er van of je haat ze. Ik hou er van. In Nederland komen slechts een paar soorten slangen voor, waarvan de ringslang er ééntje is. Het is een uitstekende zwemmer en zwemt vaak met z’n kop boven het water. Zo is hij overdag op zoek naar een prooi, voornamelijk kikkers. Ook kan de slang prima onderduiken in het water, waarover later meer en je kunt hem uiteraard ook aantreffen op het land. Daar ligt hij dan lekker te zonnen en op te warmen; het is immers een reptiel en dus een koudbloedig dier.
Het beste seizoen
De ringslang komt niet overal in dezelfde getale voor in Nederland en heeft een voorkeur voor midden en noordoost Nederland. Je kunt het beste even kijken op Waarneming.nl voor locaties waar ze gezien zijn en vervolgens zelf op zoek gaan naar deze geweldige jagers. De ringslang overwintert en komt in het voorjaar weer tevoorschijn. Dat is ook de beste tijd om ze tegen te komen en te fotograferen. Dan begint het leven weer voor deze slang en wordt er gejaagd, gepaard en wordt alles gedaan wat het leven de moeite waard maakt. Als je geluk hebt vindt je een kluwen slangen bij elkaar; dit zijn dan vaak meerdere mannetjes en een vrouwtje in elkaar verstrengeld. Wat mij echter persoonlijk het meest tot de verbeelding spreekt is een zwemmende ringslang. In veel opzichten een uitdaging!
Zwemmende ringslang: telelens gereed
Wachtend bij een poeltje, hopend op vanuit het niets opspringende kikkers. Want dat is vaak een teken dat er een ringslang voorbij zwemt. Plons, plons! Daar gaan we. Aan de overkant van de poel zie ik de kikkers springen en al snel zie ik een slangachtige vorm door het water schieten. Het S-vormige achterlijf en de kop boven water zeggen genoeg. Een ringslang. Ze zijn schuw en duiken bij de minste verstoring onder water. Dan ben je kansloos, want waar ze weer boven komen valt niet in te schatten. Heel voorzichtig en toch met gezwinde spoed loop ik naar de overzijde van de poel. Je kunt het beste gebruik maken van een telelens; liefst 400 millimeter of langer. Doordat je dit soort beelden met zonnig weer schiet is een statief niet nodig. Kan ook niet, ze zijn veel te snel en je bent constant aan het hollen. Eenmaal aan de overzijde van de poel zwemt het dier nog steeds daadkrachtig en snel aan me voorbij, af en toe even halt houdend om zich, naar het zich laat aanzien, te oriënteren. Hoe eenvoudig die momenten ook zijn om te benutten, het nadeel is dat de foto wat statisch wordt.
Burst modus
Bij deze foto heb ik dan ook gewacht totdat de slang weer echt aan het zwemmen was. Ik loop de slang voorbij en ‘pan’ mee met de voorbij zwemmende slang. Van die beweging zie je niks, de sluitersnelheid is hoog genoeg. De camera stel ik in op burst modus. De burst modus wordt vaak aangeduid als de ‘continuous mode’ en is te herkennen aan het symbooltje met twee (of meerdere) op elkaar gestapelde rechthoeken. Met deze optie kun je meerdere beelden vlak na elkaar schieten. Bij zo’n snel zwemmende slang levert de burst-modus de hoogste kans op een treffer; de kop scherp, tongetje uit de bek en een mooie dynamiek door de golfjes die de slang in het water veroorzaakt.
Lens 450mm, diafragma f/5.6, sluitertijd 1/1000, ISO 640
Tip
Gebruik bij het fotograferen van dieren op of in het water met zonnig weer een polarisatiefilter; dan kun je hinderlijke schitteringen wegnemen: op het dier en op het water.
Kijk hier voor meer fototips en inspiratie.