Roots-lezer Peter Pfeifer vraagt zich af waarom je met name bij de buizerd alle mogelijk denkbare kleurvarianten ziet, van wit tot donkerbruin en met de meest vrije tekeningen. Dit zie je bij havik, sperwer, torenvalk en andere roofvogels niet.
Ze maken het de beginnende vogelaar knap lastig, die buizerds. De meeste zijn ‘makkelijk bruin’, maar ook spierwitte en diepzwarte komen voor. En de vogels verschillen niet alleen in kleur, zo blijkt uit onderzoek. De kleur bepaalt ook waar en wat ze eten, hoe agressief ze zijn en hoe goed ze overleven.
Erfelijk bepaald
Kleurvariaties, oftewel genetisch polymorfisme, komen bij 3,5 procent van de vogelsoorten voor en zijn erfelijk bepaald. Het overgrote deel van de buizerds is min of meer bruin. Zo’n 5 procent is (spier)wit, eenzelfde percentage zwart. De basis voor die kleurvariaties ligt in de hoeveelheid pigment: hoe meer melanine, hoe donkerder de buizerd. Kauwen en kraaien krijgen overigens hun kleurafwijkingen niet door variaties in pigmenthoeveelheid. Vermoed wordt dat de witte strepen en vlekken die kraaiachtigen soms vertonen het gevolg zijn van beroerde voeding, zoals patat en brood.
Vechtlustig
Terug naar de buizerd. Bruine exemplaren van deze roofvogel komen het meeste voor en die hebben ook een streepje voor. Vogels met een bruin verenkleed bezetten de beste territoria en hebben daardoor ook het vaakst gezonde, vliegvlugge jongen. Je zou dus denken dat bruine buizerds het agressiefst zijn, maar onderzoek bewijst het tegendeel. Bij de mannen zijn de lichte mannen het felst. Bruin en donker zijn even vechtlustig. Bij de vrouwtjes zijn het juist de donkere exemplaren die zichzelf, hun broed- en leefgebied het sterkst verdedigen. Althans ten opzichte van niet-buizerds. De agressie ten opzichte van soortgenoten is vrijwel altijd het grootst als de rivaliserende buizerd hetzelfde is gekleurd.
Uitgebreid menu
In felheid hebben de bruine buizerds geen streepje voor op de andere kleurvariaties. In voedsel zoeken wel. Zoals alle dieren zijn ook buizerds tijdens het foerageren het liefst onzichtbaar. Ze hebben hun aandacht dan immers op het zoeken gericht en zijn daarmee kwetsbaar. De verenkleur bepaalt daarmee de plek van foerageren. Dat kan ook, want buizerds hebben een heel uitgebreid menu. Van regenworm tot door het verkeer omgekomen dieren, van eekhoorn tot insect; alles gaat erin. Lichte vogels zoeken het liefst in open veld of in licht (loof)bos naar voedsel, heel donkere in donkere dennenbossen. De bruine buizerd kan overal terecht. Hij valt immers nergens echt volstrekt uit de toon. Bovendien; in een bos kan hij, al naar gelang zijn kleur, de donkere of lichte plekken opzoeken, in het veld de ‘bijkleurende’ vegetatie.
Doe mee aan het onderzoek
Om meer te weten te komen over de aantallen en de ruimtelijke verdeling van de verschillende kleurvariaties, is een burgerwetenschapsproject opgezet. Op waarneming.nl kan iedereen ‘zijn’ buizerd doorgeven. Een fotootje is altijd handig.
Foto’s: Peter Pfeifer