In het najaar tooit het herfstbos in de Belgische Ardennen zich op zijn mooist. Dit is het perfecte seizoen om er vogels te zien – en dan niet alleen de vele soorten die specifiek zijn voor de Ardennen, maar ook verschillende uilensoorten waarop je juist in september en oktober de meeste kans maakt. Bioloog en natuurgids David ‘Billy’ Herman neemt je mee naar de bossen in Wallonië.
We bevinden ons op de flanken van de Hoge Venen. Daar waar bossen weelderig tieren en floreren. Want bos is de sleutel tot succes voor de uilensoorten die we zoeken. In Wallonië is 33 procent van het landoppervlak bedekt met bos, en schril contrast met Vlaanderen waar slechts 11 procent van het oppervlak bos is. Je kunt je dus wel inbeelden dat bos in Wallonië een belangrijke economische functie heeft. Daarover later meer.
Flock mezen
Een roodborst ‘tekt’ in het struikgewas. Een groep mezen schuift door de luwte van een beekvallei op zoek naar voedsel. Staartmezen laten hun trillers horen, pimpelmezen en koolmezen sluiten aan. Een familie kuifmees is van de partij en samen met de zeldzamere matkop trekken ze in groepjes rond. Een flock noemen ze dat in vogelaarsjargon. Plotseling alarmeert een boomklever – paniek in de groep! Een grote bonte specht en taigaboomkruiper komen nieuwsgierig kijken. Enkele vinken in de buurt voegen hun alarmroep toe aan het aanzwellende koor. Hier is iets gaande, dat hoor je zo. Zou het een sperwer op jacht zijn? Of is er een boommarter in de buurt?
Koelbloedige killer
Ineens klinkt een zacht monotoon gefluit crescendo door het bos. ‘Puuut’ … ‘Puuut’ … ‘Puuut’ … ‘Puuut’ … Hier zingt de dag actieve dwerguil uit volle borst. Een warme rilling en gevoel van verwondering overvalt ons. Heerlijk. Dit hadden we gehoopt, maar niet verwacht. De vogels in de buurt verraden waar we moeten kijken. Al snel vinden we het typerende silhouet dat afsteekt tegen de lucht, want vaak zitten de uilen boven in een spar te zingen.
Mooier dan dit maken ze vogels niet. Pluizig, schattig, aaibaar. Allemaal woorden die spontaan opkomen bij het observeren van dit miniuiltje. Tot je dwerguilen ziet jagen. Geruisloos vliegen ze door het bos om plots als een koelbloedige killer in de schemering toe te slaan. Ze vangen zelfs vogels die groter zijn dan zijzelf. Onderschat ze dus zeker niet.
Fluitende goudvink
Rondom ons zien we vooral loofhout. Zomereiken en beuken, hier en daar een haagbeuk en grove dennen. In de onder groei staan hazelaars, berken en kleine sparretjes. Overal zien we mos, veel mos. Hier is al enige tijd niet meer gekapt. Verspreid in het bos staan hier en daar dode bomen, met verlaten spechtengaten. Kortom, een prachtig gevarieerd, niet alle daags bos. Ook goudvinken houden van het dichte struweel, opeengepakt loofhout, meestal berken, en misschien hier en daar een sparretje. Ze zijn moeilijk te zien, maar hun kenmerkende melancholische fluitjes verraden altijd hun aanwezigheid.
Mooiste vogeltje van Europa
De avond valt, we verplaatsen ons in oostelijke richting en wandelen langzaam maar zeker hogerop, verder weg van het loofhout. Het landschap verandert. Van een Franse toets naar een Scandinavische. Je waant je af en toe in de Finse taiga. In de laatste avondzon zingt een vuurgoudhaan, het ‘mooiste’ vogeltje van Europa. Ook een van de kleinste vogels.
Intussen is de wind helemaal gaan liggen. In de open stukken waar geen wind is, duikt wat nevel op. De temperatuur is nog relatief aangenaam voor de tijd van het jaar en blijft stabiel, door de lichte bewolking die is opgezet. Het schemert. Een scherp ‘piets’ weerklinkt boven het bospad. Een intrigerend knorrend geluid komt langzaam maar zeker dichterbij: een houtsnip kondigt de nacht aan.
Belangrijke beukennoten
Ons doel voor vanavond is echter nog niet bereikt. We gaan op zoek naar een van de moeilijkst te vinden broedvogels van de Hoge Ardennen, misschien zelfs van heel België: de ruigpootuil. Alleen al de klinkende naam, refererend aan de bevederde poten met als functie warmte, doet ons hart sneller kloppen. In het Engels luistert deze schoonheid naar de bijna niet uit te spreken Tengmalm’s owl. Genoemd naar zijn Zweedse ontdekker, Peter Gustaf Tengmalm.
De soort brengt ons terug naar de jaren 1800, toen hier massaal sparren werden aangeplant. Hoogstwaarschijnlijk heeft de ruigpootuil, en vele andere soorten zoals notenkraker, vuurgoudhaan en kuifmees, hiervan geprofiteerd om zich stabiel in de Belgische Ardennen te installeren. Deze uilensoort is een ondoorgrondelijk schepsel dat soms in mooie aantallen te vinden is en soms totaal afwezig lijkt. Alles lijkt af te hangen van onder meer beukennootjes. De link met de nootjes zijn de muizen, hun hoofdvoedsel. Ze zijn dan ook nachtactief, in tegenstelling tot hun familiegenoot, de dwerguil.
De notenkraker die voorkomt in de Waalse Ardennen is de diksnavelnotenkraker, de ondersoort caryocatactes.
Roepende ruigpootuilen
Door het wolkendek schijnt de maan. We wandelen naar een groot stuk sparrenbos. Op de digitale kaart zie je mooi dat het heel oude sparren moeten zijn. In de buurt ligt ook een stuk beukenbos, felgroen van kleur, en ernaast een stuk met sparren, donkergroen. Hier moet het lukken, alle ingrediënten voor een perfect leefgebied zijn aanwezig, ondanks het kunstmatige karakter: een gebied om in te jagen (oude sparren met open ondergroei), plaats om te broeden (oude beuken met de typerende ovale zwarte spechtengaten) en plek om in te schuilen (dichte sparrenaanplant). Meer heb je niet nodig.
Al vanaf een flinke afstand horen we de onmiskenbare roep, lijkend op die van een hop. Het zijn zelfs twee ruigpootuilen! Ze zingen tegen elkaar op. Lange pauzes worden onderbroken met dit fantastische geluid, het summum der vogelgeluiden. ‘Upupupup- upupup’ … ‘Upupupupupupup’ … ‘Upupupupupupup’ … We naderen tot vlakbij en proberen de vogels te lokaliseren. Het lukt niet, ondanks engelengeduld. Ze zitten in te dichte sparren. We genieten met volle teugen van de setting. Eigenlijk moet het niet meer zijn dan dit … Een scenario dat we in onze stoutste dromen niet hadden durven hopen.
6x Praktische tips voor Wallonië
Behalve vogels kijken is er nog veel meer te genieten in Wallonië. Zes tips:
- Natuurparkcentrum Botrange: botrange.be.
- Herba Sana – Tuin van de gezondheid: herbasana.ortis.com.
- Het Huis Ternell – Natuurcentrum Eupen: ternell.be/nl.
- Brouwerij Bellevaux: brasseriedebellevaux.be/nl, serveert niet alleen bier, maar meerdere op ambachtelijke wijze gemaakte plaatselijke specialiteiten.
- Check visitwallonia.be/overnachten voor accommodaties op basis van je eigen voorkeuren.
- De nieuwe VisitWalloniapas is gratis aan te vragen en geeft je recht op uiteenlopende kortingen: visitwallonia.be.
Tekst Billy Herman | Foto bovenaan: Billy Herman
Roots Vogelmagazine 2 – Najaar 2022
In de najaarseditie van Roots Vogelmagazine zie je meer foto’s van de vogels in de bossen in Wallonië. Én uiteraard nog veel meer over vogels. Een greep:
- Een kast vol torenvalken
- Voor trekvogels naar Helgoland
- Valkensoorten in Nederland
- In gesprek met Anna Schneider, medeoprichter van de enige Belgische vogelwerkgroep voor vrouwen
- Een dagje vogelen in het Zwin Natuur Park (+ kaart en checklist)
- Praktische tips voor digiscopen
Je bestelt Roots Vogelmagazine 2 eenvoudig via de webshop. Meer leesplezier? Bestel dan het pakket Roots september & Roots Vogelmagazine najaar 2022.
Meer lezen
- Benieuwd hoe de staartmees klinkt? Je hoort het in deze podcast Notenkrakers.
- Het is een echte stiekemerd: de goudvink. Daarom zie je ze niet vaak. Begin januari, tijdens het uitzetten van een wandelroute voor Roots door het Kotterbos bij Almere, blunderde Roots redacteur Paul Böhre er zo maar tegenaan: een groepje van deze prachtige vogels die zich in fraai ochtendlicht tegoed deden aan overblijvende meidoornbessen. Hier lees je zijn blog.
- Wat een (wandel)vraag: bestaan er ook NS-wandelroutes in België?