In Nederland overwinteren jaarlijks 800.000 kolganzen, ruim twee derde van de wereldpopulatie! ‘Ze zijn flexibel en kunnen snel inspelen op nieuwe ontwikkelingen.’ Roots sprak met onderzoeker Kees Koffijberg.
Kolganzen zijn in het najaar de grote sfeerbepalers in het Nederlandse luchtruim. Met hun onmiskenbare geluid – een kakelend gegak – kun je ze amper missen. Met gunstige noordoostenwind komen ze dan in groten getale onze kant op. In volle vlucht zijn ze duidelijk te onderscheiden van andere ganzensoorten door hun ‘kol’, de witte plek rond de snavel, en de zwarte strepen op hun buik: een soort streepjescode die bij elk individu anders is. Alleen de volwassen vogels hebben deze kenmerkende tekening.

Overwinterende kolganzen: ze arriveren steeds later
Voor veel mensen is de komst van de ganzen een voorbode van de herfst, wanneer ze in oktober massaal neerstrijken in Nederland. Ooit was dat wel anders, want toen kwamen ze rond sinterklaas tijd het land binnen. En misschien gaan we in de toekomst weer die kant op, zegt onderzoeker Kees Koffijberg. Hij houdt zich al sinds 1995 bij Sovon Vogelonderzoek Nederland bezig met de coördinatie van ganzentellingen in Nederland: “Lange tijd ging het aantal kolganzen in Nederland alleen maar omhoog, maar na 2010 zien we een afvlakking van die groei. In recente jaren neemt het bezoek aan Nederland zelfs wat af. Een belangrijke reden voor die ontwikkeling is dat sinds enkele jaren de ganzen steeds later in het najaar arriveren. Tot zo’n 10 jaar geleden kwamen ze jaarlijks juist steeds eerder, maar nu soms 2 tot 4 weken later.”
“De precieze oorzaak daarvan weten we niet, maar het is aannemelijk dat ze onderweg tussen de Russische toendra en de winterkwartieren bij ons voldoende voedselmogelijkheden tegen komen en dan geen noodzaak zien om verder te trekken. Andere zwanen en ganzensoorten laten ook zien dat de veranderingen in klimaat, en de daarmee gepaard gaande veranderingen in de landbouw, heel snel tot veranderingen in hun verspreiding kunnen leiden. Ganzen hebben de naam heel traditioneel te zijn, maar ze zijn enorm flexibel en kunnen snel inspelen op nieuwe ontwikkelingen.”

Lees ook:
De grauwe gans: schrander & succesvol
Waar kun je kolganzen zien?
“Kerngebieden in Nederland zijn de Friese Meren, Noordwest-Overijssel, de uiterwaarden van de IJssel en de omgeving van de Gelderse Poort, en verder overal waar een groot areaal aan grasland ligt of in het najaar oogstresten van de akkerbouwgewassen te vinden zijn”, aldus onderzoeker Kees Koffijberg. Grote groepen kolganzen van soms tienduizenden vogels overnachten – veilig – op grote zoetwaterplassen, waarna ze in de vroege ochtend – rond zonsopkomst – massaal opvliegen om te gaan foerageren op de weilanden in de omgeving.

Meer zien en lezen
- Bekijk ook dit filmpje van kolganzen.
- In deze aflevering van Notenkrakers alles over het geluid van de kolgans.
- Kolganzen fotograferen: 5 tips
Tekst en foto’s: Edwin Giesbers