In de rubriek In de ban van… komen mensen aan het woord die een bijzondere fascinatie hebben voor één speciaal aspect van de natuur. Roots ging op pad met ‘mussendoctor’ Kees Heij.
Kees Heij (81) is de enige Nederlander die is gepromoveerd op de huismus. Vandaar zijn bijnaam: Mussendoctor. Die promotie is alweer even geleden: Kees keek al naar de mus toen nog niemand belangstelling had voor het kleine bruine vogeltje. ‘Iedereen kende de mus, maar niemand zag ze écht, niemand wist iets van ze af.’ Kees intussen wel, maar verbazen doen ze hem nog steeds.
Diergaarde Blijdorp: de enige plek in Rotterdam met mussengarantie
We lopen in Diergaarde Blijdorp. Volgens Kees Heij de enige plek in Rotterdam waar je gegarandeerd mussen tegenkomt. Dat zegt wel iets. Die doodgewone huismus, jarenlang de aanvoerder van de tuinvogel top tien, is al tientallen jaren schrikbarend aan het achteruitvliegen. “Vergeleken met de jaren 80 is de huismussenpopulatie in Nederland gehalveerd of nog erger”, zegt Kees. “Het begon in Europa in de jaren 70 minder te gaan, Nederland volgde. In Rotterdam zijn de mussen intussen zo goed als verdwenen. Behalve hier in Blijdorp.” Gelukkig maar. Alleen: waar zijn ze?
Op het moment dat Kees dit vertelt, hebben we al een tijdje musloos zitten praten op een bankje bij de flamingo’s én een musloos bakje meeneemkoffie genuttigd bij de vogelvijver. Even houden we tegelijkertijd onze adem in. Zijn ze dat? Maar nee. Toch niet het zo gewenste ‘tsjilp tsjilp’. Ze zullen toch niet zijn gaan wieberen? “Nee, hoor”, zegt Kees, “Onmogelijk, ik heb ze pas nog gezien. In Blijdorp zijn altijd mussen.”
Bij de olifanten
“Ze zijn wonderlijk inventief”, vertelt Kees, gevraagd naar waar zijn fascinatie voor de vogeltjes toch vandaan komt. “Mussen vinden bijvoorbeeld overal hoekjes en holletjes om in te broeden. Ik ben huismussennesten tegengekomen in regenpijpen, op beelden en monumenten, bij opgerolde tuinslangen en tussen balen stro. Dat de mus achteruit holt kan dan ook niet alleen te wijten zijn aan het verdwijnen van de ouderwetse dakpannendaken. Hier in Blijdorp, waar ik ze al veertig jaar in de gaten hou, broeden ze bijvoorbeeld graag in het olifantenverblijf. De nesten maken ze in de kunstbomen. Ze hebben dan in februari al jongen. Het is er lekker warm natuurlijk en ze vinden genoeg voedsel in de olifantendrollen.” We lopen de kas binnen en speuren de kunstbomen af. Niets. Geen mus te bekennen. Ook geen olifant trouwens. “We vinden ze heus wel”, houdt Kees de moed erin.
Honkvast
“Als de achteruitgang van het mussenbestand niet aan de broedgelegenheden ligt, waar ligt die dan wel aan?”, gaat Kees verder. “Dat is de grote vraag. Wat volgens mij zóú kunnen is een virus. Stadsmussen gingen in de jaren 80 en 90 massaler dood dan de mussen op het platteland. In de stad eten ze ongezonder. Ik denk dat de patatmus of broodkruimelmus vatbaarder is voor virussen dan de vrijeveldmus. Helaas kan ik dat niet bewijzen. Als ik maar genoeg dode mussen had gehad in die tijd, was ik tot het gaatje gegaan. Ik plaatste oproepen waar ik maar kon. Maar ik denk dat de mensen die de dode vogels vonden geen vogelbladen lazen. Ik ontving er in elk geval niet één.”
Waardoor het wel slecht gaat met de mus – en nog veel meer over deze geliefde tuinvogel – lees je in Roots november.
CREDITS: TEKST MARJOLEIN VAN ROTTERDAM | FOTO’S iSTOCK (FOTO BOVENAAN) | BEVERLEY BROUWER
In Roots november ook deze onderwerpen:
– Herfsttocht door het Gelderse Speulderbos
– Erik van Ommen over sociale kauwtjes
– De kwestie: watervervuiling kleine wateren
– Natuurommetje Landgoed Vossenberg
– De eerste maanden van bultrugbaby’s
– René Krekels over nuttige bloedzuigers
– Is er in Nederland ruimte voor elanden?
– De paddenstoelen van Jan Vermeer
– Noten helpen dieren de winter door
En nog veel meer…dus pak ‘m mee uit het winkelschap of bestel ‘m online – je betaalt tot en met 24 november geen verzendkosten.
Meer lezen
- Ruim 198.000 Nederlanders telden de vogels in hun tuin voor de Nationale Tuinvogeltelling van 2021 – een record. Dat geldt ook voor het enorme aantal getelde vogels: ruim 2,7 miljoen. De top 10 kende enkele dalers en stijgers, maar de mus stond erin hoor – benieuwd naar de precieze plek? Je ziet het in de top 10 van de Nationale Tuinvogeltelling 2021.
- Wat mag je tuinvogels wel en niet voeren? Roots geeft tips voor een verantwoorde vette bek voor tuinvogels.
- We zijn reuzetrots op dit kersverse Roots boek: Vogels in onze tuin. Een prachtig geïllustreerd boek met aquarellen van illustrator en kunstenaar Erik van Ommen, aangevuld met verhalen en weetjes geschreven door Roots-redacteur Paul Böhre. Een boek over acrobatische duiven, slimme gaaien, parmantige roodborstjes en behendige zwaluwen. Met antwoorden op vragen als: welke vogel zie je wanneer, waar nestelt hij graag en hoe herken je zijn roep? De 27 meest voorkomende soorten komen uitgebreid aan bod en ook de minder gangbare tuingasten krijgen een plek in dit prachtige boek. Met gouden tuinvogeltips.