Piepende jonge ransuil

Paul Bohre

19 juni 2024 .

Van de week kreeg ik een appje van een collega met een donker filmpje. Met een luid gepiep erop. Wat dat was, midden in de nacht. Een piepende jonge ransuil! Ze staan op het punt van uit ‘vliegen’. Ze houden dan constant contact met elkaar door een hoge klaaglijke piep te laten horen. Jonge ransuilen zijn knap lawaaiig!

Ransuilen broeden tegenwoordig vaak midden in woonwijken. Omdat de havik, hun grootste vijand, daar relatief weinig voorkomt. Ze maken zelf geen nest, maar broeden bij voorkeur in een verlaten kraaien of eksternest. Als de jongen groter worden, verlaten ze het nest. Ze worden dan takkelingen genoemd, want ze klimmen en klauteren dan over takken in de buurt van het nest.

Liefst hoog in de toppen van de bomen om het nest. Meestal twee, soms drie, zelden vier bijna vlieg vlugge ransuilen. Ze maken urenlang een hoog piepend ‘pii-ih’ geluid, dat eigenlijk nog het meest lijkt op het geluid van een slecht geoliede scharnier van een deur. Jonge ransuilen verlaten medio juni/juli hun nest waarna ze via dit geluid contact houden met hun ouders. Die moeten namelijk wel weten waar de jonge vogels zich bevinden om hun een prooi te kunnen voeren.

Lawaaiige jonge ransuil
Een jonge ransuil, goed verstopt in het groen. Foto: Roots archief

Piepende jonge ransuil

Jonge ransuilen klimmen zodra ze dat kunnen uit hun nest en halen soms halsbrekende toeren uit. Met behulp van hun scherpe klauwen verkassen ze via takken en de stam van de bomen naar een goed verscholen plekje tussen de bladeren. Ze worden daarom ook wel takkelingen genoemd. Hun roep is lastig te traceren, zeker als je niet weet waar je moet zoeken. En wie verwacht er nu midden in een woonwijk een uil boven in een boom die urenlang hetzelfde rare piepende geluid maakt?

Ook in de wintermaanden zoeken ransuilen de stad op om er succesvol te overwinteren. Blijkbaar vinden ze daar gemakkelijker en ook meer voedsel. Rustige woonwijken aan de rand van een stad of dorp genieten hun voorkeur; soms settelen ze zich gewoon in bomen op woonerven. Vooral berken zijn geliefde rust- of roestbomen. In de stad hebben de ransuilen minder last van haviken, die door hun toename in beboste gebieden hun leven al jaren zuur maken. De bosuil en oehoe zijn buiten de stad ook geduchte vijanden.

Meer over uilen en roofvogels

HART VOOR DE NATUUR

Tips voor verantwoord fotograferen

...