Ruim een eeuw geleden waren kemphanen nog talrijk in West-Europa. Tegenwoordig broedt meer dan 95 procent ver weg op de arctische toendra; het verspreidingsgebied verplaatst zich oostwaarts. Maar er is meer aan de hand. Roots-redacteur Paul Böhre zocht uit wat de oorzaak is.
De kemphaanstand in Nederland is met astronomische snelheid achteruitgegaan. Het aantal broedvogels is gekelderd van 6.000 halverwege de 20e eeuw naar hooguit 10 tot 15 nu, misschien zelfs minder. Het aantal broedende kemphanen is door hun verborgen gedrag moeilijk met zekerheid vast te stellen. Maar dat het er nog maar heel weinig zijn, is zeker. Ook tijdens de voorjaarstrek doen nog maar enkele honderden kemphanen Friesland aan en op andere van vroeger bekende plekken worden ze nog minder gezien. De winterpopulatie bestaat uit 180-1.500 vogels, vooral mannetjes.
Verlaten bolwerken
De voornaamste oorzaak van de achteruitgang van de kemphaan is het verdwijnen van zijn geliefde leefgebied: zeer natte, extensief gebruikte graslandgebieden. De grootste neergang deed zich voor eind 20e eeuw, toen ruilverkaveling en ontwatering van polders hoogtij vierden. Sinds 2000 zijn de laatste kemphaanbolwerken (veengebieden boven Amsterdam en kleiweide en veengebieden in Friesland) zo goed als verlaten. Ook de aanwezigheid van vossen doet de weidevogels geen goed. Inmiddels plaatsen Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten rondom geschikte broedplekken beschermende hekken om vossen tegen te houden.
Kemphaanparadijs
Recent zijn er gelukkig wel een paar nieuwe broedplekken ontdekt, zoals in gebieden met natuurontwikkeling in Groningen, waaruit blijkt dat kemphanen bij geschikt beheer kunnen terugkeren. Een goed voorbeeld van het creëren van geschikt leefgebied voor kemphanen is een weilandencomplex in eigen beheer van boer Murk Nijdam in Wommels (Friesland). Midden in de ouderwets beheerde natte weilanden zijn plasjes aangelegd waar de vogels graag in verblijven. De weilanden rondom worden beheerd als hooiland en pas laat in het seizoen gemaaid, als de jongen al groot zijn. In de plasjes verzamelen zich elk jaar honderden kemphanen. De mannetjes zijn vanaf begin mei op hun mooist en baltsen daar dan aan de lopende band. Zo’n plek heet een ‘lek’. De kemphanen hebben hier zelfs al een paar keer gebroed.
Zelf kemphanen kijken
De grootste kans om zelf baltsende kemphanen te zien, maak je gedurende de hele maand mei in de Ezumakeeg, aan de westkant van het Lauwersmeer, en in de Workumer Buitenwaard bij Workum. Of vanuit de hut van boer Nijdam, in mei 2018 gekozen tot vogelkijkhut van de maand.
Lees ook
– Top 10 van vogels met de grootste spanwijdte…
– Waarom heeft de lepelaar zo’n vreemde snavel…
– 5 verrassende feiten over de blauwe reiger…
Foto header: Cees Uri