Een ontluikende bloem of bijzondere patronen in het zand: details die je mist als je tijdens een wandeling te gefocust bent op de route. Daarom gaat journalist Anne Bonthuis in het Rijk van Nijmegen kompaswandelen met buitencoach Elise van Winden, die alles weet over wandelen met kaart en kompas. ‘Om je verbonden te voelen met de natuur, moet je kunnen verdwalen.’
Tekst en foto’s Anne Bonthuis
Op een blaffende hond na is het stil op de Kopse Hof, een plateau op de stuwwal in het oosten van Nijmegen. De zon maakt het uitzicht op een slingerende wetering tussen akkers en weilanden nog mooier. In de verte piept de kerktoren van Persingen, het kleinste kerkdorp van Nederland, boven de omringende bomen uit.
“Kun je op de kaart aanwijzen waar we nu zijn?”, vraagt Elise van Winden, terwijl ze een kaart van de omgeving uitvouwt. Als buitencoach met een achtergrond in aardwetenschappen leert ze mij vandaag alles over het wandelen met een kaart en kompas. We negeren de groene paaltjes die de N70-wandelroute markeren en mijn telefoon blijft ergens onderin de rugzak. Hij staat zelfs uit vandaag, wat een beetje onwennig voelt, maar ook meteen rust geeft. Ik hoef alleen maar hier te zijn. Hier op deze stuwwal die vanuit de rivierbedding steil omhoog loopt. Hier waar de Romeinen ooit hun legerkwartier hadden, omdat je er de Waal en het gebied tot Arnhem kunt overzien. Hier tussen drie oude lindebomen met imposante boomwortels boven de grond, waar we even tegenaan gaan zitten om de kaart goed te bekijken.
Een bolletje is een loofboom
Door de richting van wetering Het Meertje, de lichtgroene vlakken die wijzen op agrarisch gebied en het kruisje dat de kerktoren aanduidt, heb ik de plek waar we zitten snel gevonden. Die ligt in een donkergroen vlak: een bos. Wat me nu pas opvalt zijn de bolletjes en puntdakjes in de donkergroene vlakken. “De bolletjes staan voor loofbomen en de dakjes voor naaldbomen”, legt Van Winden uit. “Kaartenmakers registreren veel details, zoals een stukje gras, een stoplicht of de knotwilgen die hier overal staan. Dat maakt het makkelijk om te herkennen waar je bent.”
Samen nemen we alle lijnen, tekens en kleuren door, zodat ik de kaart nog beter kan lezen. Daarna laat ze me kompassen zien: van uitklapbare met een spiegel, zodat je de graden al wandelend makkelijk kunt aflezen, tot eenvoudige doorzichtige exemplaren. Ze hangt de Suunto A-30 om mijn nek, een plaatkompas met linialen die verschillende schalen weergeven. “Een kompas kan je redden in moeilijke omstandigheden”, zegt Van Winden. “Dat heb ik zelf ervaren tijdens wandelingen in Noorwegen en Wales, toen we plotseling in dichte mist terechtkwamen en het pad kwijtraakten. Met hulp van een kompas konden we koers houden en vonden we de weg terug.”
Nieuwsgierig geworden naar kompaswandelen? In het nieuwste Rootsnummer van juni leer je in 9 stappen wandelen met alleen een kompas en kaart. Misschien is het langste natuurpad van Nederland een mooi begin? Veel plezier!
Foto bovenaan: Anne Bolthuis