In de buurt van het Groningse Slochteren ligt ’t Roegwold. Voorheen was dit grotendeels landbouwgrond, maar in twintig jaar tijd vormden oude en nieuwe natuur samen één groot en vogelrijk natuurgebied. Roots-redacteur Daniël Mulder stippelde er een route uit, met als hoogtepunt een 750 meter lang knuppelpad.
Tot 2015 had ik nog nooit van ’t Roegwold gehoord. Ik was net bezig met het uitzetten van het tweede traject van het Roots Natuurpad – dat is een langeafstandspad over onverharde paden dwars door Nederland – toen ik een bordje zag staan met die intrigerende naam: ’t Roegwold. Ik vertaalde dat simpelweg als ‘het ruige woud’. Maar Annet de Jong, boswachter bij Staatsbosbeheer, zou mij jaren later vertellen dat het woord ‘wold’ in Roegwold verwijst naar de Woldstreek waarin het natuurgebied ligt. “Wold verwijst niet zozeer naar bos, maar naar het open veengebied met kleine bosjes. En het Groningse woord voor ruig is roeg. Roegwold dus, met de klemtoon op wold.”
Ik stapte het gebied binnen en was verbaasd. Niet omdat het nu zo ruig is, eerder doordat je het hier niet verwacht. Ik schreef er toen in een natuurblog dit over: “Ik heb een waanzinnig mooie, unieke en bijzondere plek gevonden die bijna geen natuurtoerist kent. Ja, in Nederland. Het is natuurgebied ’t Roegwold van Staatsbosbeheer. In de provincie Groningen. Ongeveer in het epicentrum van het aardbevingsgebied, bij Slochteren dus. Het mooie aan ’t Roegwold is dat er op veel plekken bijna geen boom is te vinden. Het is geen ruig woud vol spannende roofdieren, ’t Roegwold is vooral heel veel niets.”
Zangvlucht van de veldleeuwerik
Anno 2023 is het gebied gelukkig nauwelijks veranderd. Nog altijd overheersen de weidsheid en de stilte. In de afgelopen acht jaar ben ik minimaal één keer per jaar ernaar teruggekeerd. Dat is natuurlijk niet omdat er niets is te zien. Wat er wel is laat zich eenvoudig bundelen in twee zinnen. Er is water, grasland, moeras en hier en daar een wandelpad. Dat is het wel zo’n beetje. O ja, het barst er van de vogels.
Als je van dit type landschap houdt, dan is dit een paradijs waar je makkelijk een dag in kunt ronddwalen. Zeker in maart wanneer de zon schijnt en er reusachtige stapelwolken boven je hoofd hangen. Als het niet zo zou waaien vanuit het noorden, zou het voelen als een lentedag. Toch hangt de lente in de lucht. In dit landschap, waar alles horizontaal is en ver weg, komt de lente namelijk uit de hemel sijpelen. Veldleeuweriken zorgen met hun zangvluchten voor verticale bewegingen. Hun gezang – dat het fabelachtig klinkt is bekend, toch? – valt als een milde lenteregen over je heen. En de vogel zelf laat zich soms ook ineens naar beneden storten om te verdwijnen in het gras.
Veel zijn het er niet, een paar hooguit. Maar ik weet niet beter, ik heb de gouden veldleeuwerikentijd niet meegemaakt waar oudere vogelaars nogal eens nostalgisch over praten. Vroeger gonsde het boerenland van de veldleeuweriken, zegt men. Het punt is: je ziet nooit wat er is verdwenen. Dat geldt ook voor geluiden. Je hoort niet wat je mist.
Kijk, een kiekendief
De paden in ’t Roegwold en de omringende gebieden zijn leeg en lang. Hoogtepunt is een knuppelpad (vlonderpad) van 750 meter lang over het water van het Dannemeer. Halverwege het vlonderpad vind je een bankje met een van de mooiste uitzichten van Nederland. Wat je ziet vanaf die bank? Zoals al eerder gezegd: water, lucht, riet én vogels, zoals lepelaar, grote zilverreiger, brilduiker… de lijst is lang. En met wat geluk zie je al een bruine kiekendief vliegen, die komt zoetjesaan terug uit Afrika.
Bruine kiekendieven zijn trekvogels. Het merendeel van de Nederlandse populatie overwintert zo’n 5.000 kilometer verderop, in West-Afrika. Vanaf maart en april keren de vogels terug in hun broedgebieden. Zodra de bruine kiekendieven arriveren, begint een fantastisch schouwspel hoog in de lucht. Deze baltsvluchten zijn vooral op de eerste zonnige voorjaarsdagen te zien: het mannetje wint al klapwiekend en cirkels draaiend grote hoogte om indruk te maken op het vrouwtje.
Knuppelpad met eenrichtingsverkeer
Met het knuppelpad is trouwens iets bijzonders aan de hand. Ten eerste is het pad smal. Het is drie wandelschoenen (maat 44) en een beetje breed. Dat is weinig. Als je even te lang omhoogkijkt naar de vogels én tegelijk wandelt, lig je zo in het water. Ten tweede: op het pad geldt eenrichtingsverkeer. Volgens mij is dat uniek in wandelaarsland. Het valt te verdedigen, want elkaar passeren is even een spannend moment.
Nog even terug naar dat woordje ‘wold’ in de naam ’t Roegwold, dat dus niet naar een bos verwijst. Toch heeft hier ooit wel een bos gestaan en het bewijs ligt in het water. Het is te zien vanaf het vlonderpad. In het water liggen namelijk eeuwenoude boomstronken, die tevoorschijn zijn gekomen tijdens de aanleg van het meer. Zo’n 6.000 jaar geleden was hier dus nog bos. Toen bos, nu moeras en wie weet ooit weer bos.
Net even anders
“Vanaf Kolham in het zuiden strekt ’t Roegwold zich uit tot aan het Schildmeer in het noorden”, vertelt boswachter De Jong aan de telefoon. “Het gebied heeft een oppervlakte van ruim 17 km2. Tot 2001 was dit boerenland. Vanaf dat moment zijn we begonnen met de herinrichting van het gebied. ’t Roegwold bestaat uit vijf deelgebieden: Westerpolder, Ae’s Woudbloem, Dannemeer, Haansvaart en Tetjehorn. Elk deel is net even anders. Het zuidelijk deel is een uitloper van de Hondsrug en daar is het zandiger. Het noordelijk deel is juist natter en veniger.”
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
En zo wandel je kilometer na kilometer door het Groningse land. Je volgt de schelpen- en graspaden richting de horizon en af en toe sla je af naar links of rechts. Nu ik er al wandelend nog even over nadenk: ik ken weinig plekken in Nederland waar het paradijs begint bij een veerooster en een klaphek.
Zin om deze route van bijna 20 km (er is een inkorting) te wandelen? Hier vind je de route digitaal (+ gratis gps-track).
Nog 2 fijne wandelroutes om nu te lopen
- Dit is de nieuwste wandelroute van Roots: langs Sallandse landgoederen met veel voorjaarsnatuur.
- Het beste moment om Schiermonnikoog te bezoeken – met de wandelroute van Roots in je hand – is misschien wel februari en maart. Dan heerst de winterstilte op de wandelpaden en het weidse strand. Luister naar de knerpende schelpen onder je schoenen en geniet van Ruysdaelluchten boven wad en Noordzee.
Foto’s: Marcel van Kammen