De lente barst niet alleen los in kleur, maar ook in smaak want langs de wandelpaden ligt in april een ‘vergeten voorraadkast’, gevuld met kruidige blaadjes en geurige bloemen. Ga op pad en ontdek wat de natuur heeft te bieden. Tips voor wandelende wildplukkers en eetbare planten in april.
Zodra de lente losbarst, verandert de natuur in een eetbare schatkamer. Wildplukken tijdens het wandelen is een oeroud gebruik, dat langzaam weer populairder lijkt te worden. Wildplukken verbindt je met het ritme van de seizoenen, de bodem, het weer én met je eigen aandacht. In dit artikel lees je hoe je als wildplukkende wandelaar verantwoord kunt wildplukken en welke planten in april langs het wandelpad groeien.
Wat is wildplukken?
Wildplukken is het verzamelen van eetbare planten, vruchten, paddenstoelen en kruiden uit de vrije natuur voor eigen gebruik. Het is een praktijk die diep is geworteld in de menselijke geschiedenis en tegenwoordig opnieuw aandacht krijgt vanwege duurzaamheid en natuurbeleving. In Nederland is wildplukken beperkt toegestaan: kleine hoeveelheden voor eigen consumptie zijn doorgaans geoorloofd, maar het verschilt per terreineigenaar (zie ook: Wildplukken: de regels). Wees tijdens het plukken in het veld voorzichtig en voorkom aantasting van kwetsbare natuur.

Wildplukken: de regels
Volgens het wetboek van strafrecht (artikel 314) is het niet toegestaan om onder meer mossen, boomvruchten en delen van planten mee te nemen uit de natuur, dat valt onder stroperij en dat kan een boete opleveren van ruim 4.000 euro. Paddenstoelen vallen trouwens niet onder artikel 314. In de praktijk blijken de regels wat losser en verschilt het per terreineigenaar wat is toegestaan. Natuurmonumenten staat wildplukken niet toe. ‘Staatsbosbeheer staat op kleine schaal, voor eigen gebruik en op eigen risico wildpluk toe’, aldus de website. Beschermde planten mogen sowieso niet worden meegenomen uit de natuur.
Wat valt er allemaal te plukken in Nederland?
Je kunt in Nederland een onverwacht grote hoeveelheid soorten voedsel vinden. Denk aan bramen, frambozen en bosbessen, maar ook aan hazelnoten en beukennootjes. En in de herfst natuurlijk eetbare paddenstoelen. Kenners weten dat er nog veel meer eetbare zaken te vinden zijn, zoals brandnetels, veldzuring, wilde rucola, zevenblad en veldkers. Er zijn inmiddels verschillende boeken geschreven met recepten waarvan de ingrediënten in het wild zijn te vinden.

Wildplukken en wandelen: 4 planten langs het wandelpad
1. Paardenbloem
Er zijn in Nederland 250 soorten paardenbloemen bekend, wereldwijd zijn er vierduizend soorten beschreven en ze groeien op alle werelddelen, zelfs in het Arctisch gebied. Wat goed is om te beseffen: de paardenbloem die in veldgidsen Taraxacum officinale wordt genoemd bestaat feitelijk niet. De paardenbloem in de gidsen is altijd een mengelmoes van soorten. Eetbare delen: bloemen, blad, wortels.

2. Grote brandnetel
De naam ‘brandnetel’ geeft bijzonder goed weer wat er gebeurt als je de plant aanraakt: het brandt. Op de plant zitten een soort haartjes om zichzelf te bescherming. Als je de brandnetel aanraakt, valt de top van het haartje eraf en komt er een naaldje tevoorschijn. Deze naaldjes prikken in je huid en brengen daarmee een chemische stof in je huid dat zorgt voor bultjes en de jeuk. Laten staan dan maar? Toch niet. De jonge scheuren in het voorjaar zijn juist het lekkerst voor onder meer soep. Handschoenen aan! Eetbare delen: voornamelijk het blad, maar ook de zaden en de wortel.

3. Daslook
Wilde daslook groeit vooral in de bossen van Zuid-Limburg en de Ardennen, daarnaast komt deze plant ook voor in de duinen. Als stinsenplant vind je daslook ook in andere delen van Nederland en België. Deze plant met brede bladeren en witte zestallige bloemen groeit in loofbossen. Hij bloeit in het voorjaar, voordat de bomen in blad staan. Ruik je een sterke uien- of knoflookgeur in het bos, dan weet je: daslook. Eetbare delen: blad, bloem, knol, zaden.

4. Fluitenkruid
Van oorsprong groeit fluitenkruid in de voedselrijke rivierengebieden, maar door de toename van stikstof heeft de plant een enorme opmars gemaakt in Nederland en vind hem bijna in ieder berm. Dat is goed nieuws voor wandelende wildplukkers. Deze anijsgeurige plant is voor meer gevorderde wildplukkers, want er zijn wat giftige lookalikes. Let bijvoorbeeld op het blad: fluitenkruid heeft namelijk fijn en varenachtig blad en daarmee verschilt de plant van bijvoorbeeld gewone berenklauw, de plant die brandwonden kan veroorzaken. Ook de giftige plant dolle kervel lijkt sterk op fluitenkruid en de soorten groeien soms door elkaar heen. Het belangrijkste verschil is de stengel. De stengel van fluitenkruid is hol, die van dolle kervel is gevuld. Eetbare delen: bladeren, bloemen, wortels.

Meer lezen over wilde planten
- Alles over de wilde kievitsbloem (die bloeit in april) in 9 vragen.
- Bij narcissen denk je aan vrolijke lentebrengers in de tuin, op oude landgoederen of in de Keukenhof. In het grensgebied van België en Duitsland komen narcissen echter in het wild voor. Je wandelt er tussen miljoenen bloemen die in april het landschap op spectaculaire wijze geel kleuren. Roots stippelde een wandelroute uit door het bolwerk van de wilde narcis.
Foto bovenaan: Daniël Mulder