Koperwieken zijn wintergasten. Ze komen vanuit het hoge noorden naar de Lage Landen. Je ziet ze ’s winters vooral in besdragende struiken, in parken, tuinen, langs weilanden en in de duinen. Lijsterbes, duindoorn, hulst en kardinaalsmuts zijn favoriet. In boomgaarden vind je ze soms ook op gevallen fruit.
De koperwiek behoort tot de familie van de lijsters. Opvallend is de wenkbrauwstreep en de oranje (koperen) flanken en oksels. De soort overwintert graag in Nederland en België. Maar als de temperaturen flink dalen kunnen ze alsnog besluiten naar een zuidelijker land te gaan. Sommige koperwieken kiezen in dat geval voor de Nederlandse/Belgische steden in plaats van de natuur.
Koperwieken worden soms verward met kramsvogels, die ’s winters ook graag in bessenstruiken zitten. Maar de koperwiek is kleiner en heeft de kenmerkende, duidelijke witte wenkbrouwstreep.
Meer weten over de koperwiek en horen hoe hij klinkt? Luister naar de Roots podcast.
Fototips koperwieken
• Koperwieken zijn nogal schuw. Bij de minste verstoring vliegen ze op. Om de vogels zo min mogelijk te verstoren (en vanwege de kou) kan de auto een prima fotografeerplek zijn. Zeker als de struiken wat hoger zijn, kun je vanuit de auto precies op ooghoogte komen. Ook een schuiltent kan goed werken. Een flinke telelens (minimaal 300 millimeter) is een must.
• Bij flinke kou en sneeuw heb je meer kans op koperwieken in de tuin. Zeker als je besdragende struiken hebt. Maak het nog wat aantrekkelijker voor ze met stukjes appel op een sneeuwvrije plek.
• Als de koperwiek middenin een struik zit, kan het een leuke uitdaging zijn om er toch een mooie foto van te maken. Stel een lage diafragmawaarde in zodat alleen de vogel scherp is en alles eromheen onscherp wordt. Of wacht rustig af totdat het dier zich naar de bovenkant van de struik verplaatst en je de lucht als achtergrond kunt gebruiken.
• Het bijzondere aan de koperwiek zijn de koperkleurige oksels. Zorg er dus voor dat deze altijd goed in beeld zijn. Als het licht een beetje grijzig is, kun je later in een fotobewerkingsprogramma de kleuren nog wat ophalen.
Foto bovenaan: Annelies Vriens